Tijdreizen

in Persoonlijk

Vier jaar was hij. En met in iedere hand een stroopwafel kwam hij aanlopen bij het café waar ik buiten zat te roken. “Kan iemand even voor mij de deur open doen?”

Kinderen van vier zijn geweldig.

Ik stond op en terwijl ik naar de deur liep vroeg ik of ik dan wel een hapje van zijn stroopwafels mocht. Hij giechelde van ‘nee’ en keek me aan om zijn lach met mij te delen. En het was die lach die alles veranderde.

Terwijl ik in zijn ogen keek, stond de tijd stil. Het moment zal hooguit een paar tienden van een seconde geduurd hebben, maar het voelde als uren. Jasper had zo’n lach. Jasper had zulke ogen. Jasper was ook vier. Jasper is nog steeds vier.

Jasper is mijn ouste zoon. Hij overleed in 1999. Zijn hart is opgegeten door een griepvirus; iets dat eigenlijk niet kan. Maar dat maakt hem niet minder dood. Hij overleed op de veiligste plek op aarde. Bij ons thuis, in de woonkamer, bij zijn moeder op schoot.

Je kind verliezen is het ergste dat er is. Zeggen ze. Ik weet uit ervaring dat dat klopt. Het is nog erger dan de allerzwartste voorstelling die je daarover kunt maken. Heel veel erger. Terugkijkend snap ik niet dat ik het overleefd heb. Ik mis Jasper meer dan ik in woorden kan zeggen. En zelfs dat klinkt als een slap aftreksel van hoe het werkelijk voelt.

De ogen van de kleuter met de stroopwafels brachten me terug naar 1999. Toen alles nog goed was. Toen Jasper nog leefde. Via zijn ogen keek ik terug in de tijd.

Dit voelde niet als een blik vol herinneringen dat over me heen gegoten werd. Ik was werkelijk terug in de tijd en ik voelde me op dat moment voor de café-deur zoals ik me al meer dan zestien jaar niet gevoeld heb.

Ik was Patrick in 2016 en ik was Patrick in 1999. Tegelijkertijd. Het was een hele spirituele ervaring, maar dan zonder de engelen en het trompetgeschal.

Als je kind dood gaat, sterf je zelf ook voor een deel. Zeggen ze. Zo voelt het inderdaad. Ik denk dat ik nog maar 60 procent ben van wie ik ooit was. Door mijn tijdreis via de lachende kleuterogen weet ik nu dat het toch anders zit.

Het is niet zo dat een deel van mij is gestorven met de dood van Jasper. Een deel van mij is achtergebleven in 1999. Als een soort van poortwachter, een bewaker. Een beschermer van tijd en van herinneringen. Ik kan het gevoel niet precies in de juiste woorden vangen.

En heel even, een paar tienden van een seconde, had ik toegang tot de Patrick die is achtergebleven in de tijd toen Jasper nog leefde. Ik zag hoe ik toen keek. Ik voelde hoe ik mij toen voelde. Ik was wie ik toen was.

Jonger was ik. Maar vooral: ik voelde me veilig. Volledig veilig. Er was niets, helemaal niets om bang voor te zijn. Nergens was gevaar. Zo was het inderdaad. Zo voelde ik mij toen. In 1999 was ik nog onkwetsbaar. Onbekommerd, gelukkig en veilig, veilig, veilig. Wat een oase. Wat een verschil met nu. Wat een verschil.

En dat allemaal omdat ik de deur open doe voor een jongetje dat ik niet ken met twee stroopwafels in zijn handen. Het is een moment dat diepe indruk op me heeft gemaakt.

Zestien jaar later ben ik niet alleen heel veel ouder en enorm veel wijzer. Ik heb het ergste meegemaakt dat je als mens kunt meemaken, en ik heb het overleefd. Het leven krijgt mij er niet onder. Alle ellende die je daarna nog tegenkomt is peanuts. Ik weet hoe sterk ik ben.

Maar die andere kant, die er ook altijd is, is minstens zo groot. God, wat ben ik kwetsbaar. Mijn tijdreis heeft me het besef gegeven dat ik mij sinds de dood van Jasper nooit meer veilig gevoeld heb. Nooit. Geen seconde meer.

Niets is veilig. Een deel van mij is altijd alert en altijd op zijn hoede. Een deel van mij slaapt nooit. Angst voert nooit de regie, maar altijd ben ik bang. Vertrouwen in het leven? Dat is er niet. Als je kind op de veiligste plek op aarde dood kan gaan, dan kan alles. Nergens is een vangnet, of een bumper, of een stootkussen. Of watvoor andere metafoor die je daar aan kunt hangen.

Ik denk dat dat is waarom de dood van je kind zoveel erger is dan de dood van andere mensen die dicht bij je staan. Als je kind overlijdt, sterft er zoveel meer dan alleen je kind. Dat gevoel van veiligheid dat voor die tijd normaal was, dat voor zoveel mensen zo normaal is, is voor altijd weg.

Het maakt het leven er niet eenvoudiger op. Maar tijdreizen helpt.

Tags:

Patrick is journalist en woont achter een toetsenbord in Arnhem. Patrick is daarnaast internet-ondernemer, met ongeveer veertig websites die jaarlijks 50 miljoen pageviews genereren. In zijn vrije tijd probeert Patrick om computers dingen te laten doen waarvoor ze niet bestemd zijn.

Laatste bijdragen

Ga naar boven